van stavast


van stavast 1.0

onverzettelijk; vastberaden; met ruggengraat; kranig; stoer; flink
Meestal als bepaling toegevoegd achter woorden als man(nen), kerel(s), jongen(s), vent, et cetera, om op een (tegenwoordig vaak ironische) manier aan te geven dat de genoemde persoon onverzettelijk is en niet snel opgeeft. Als het wordt gebruikt met betrekking tot een vrouw valt dat op, omdat de - inmiddels als oubollig ervaren - uitdrukking van oudsher voor jongens en mannen werd gebruikt. Mariniers werden bijvoorbeeld onze jongens van stavast genoemd.

Algemene voorbeelden


Na één seizoen werkzaam te zijn geweest in De Kuip weet Koeman in grote lijnen wel wat eraan schort bij Feyenoord. Hij vindt dat zijn werkgever op zoek moet naar spelers die qua karakter bij de club passen. Voetballers, ongetwijfeld, van het type Kuijt. Jongens van stavast.

NRC Next,

Laat het geweten zijn dat hij Franka, die bij iedereen bekendstaat als een vrouw van stavast, zover heeft gekregen dat ze voor hem door de knieën ging.

Zonder genade, Renate Dorrestein,

De Nederlandse Club is bekakter dan Geertsema's kasteel. [...]. Bij ons waren ze zakenman geweest in Voorschoten, maar lid van de Wassenaarse VVD, deze patjepejers van stavast.

De weldoener, Theo van Gogh,

Toch hebben we het eeuwenlang heel flink gevonden wanneer iemand de armoe en het gebrek aan kansen in eigen land ontvluchtte, het zeegat koos en als jongen van stavast ontberingen trotseerde, in de hoop op fortuin aan vreemde kusten.

NRC Handelsblad,

Praat wat langer met Mark Rutte en Diederik Samsom, de eerste een alfa en de tweede een bèta, maar allebei jongens van stavast, die bruggen willen bouwen.

NRC Handelsblad,

Kerels van stavast zijn het, die de rug recht houden. En die tenslotte de vruchten mogen plukken van hun deugdzaamheid.

NRC Handelsblad,

Je kent de neocalvinistische toon van we zuipen tot de avond en we neuken tot de morgen. Met het gezicht van een blikken dominee die dweept met de semiotiek of het structuralisme mag zelfs hoeperdepoep mee op de stoep zitten, we zijn nu eenmaal knapen van stavast, en dat sara d'r rok afzakt geeft ook al niet...

Zeg maar Judith, H. Lampo,

Zijn medicamenten zaten achterop in twee tassen die keurig over het passagierszitje waren gedrapeerd. Een man van stavast en ter zake kundig.

Amigoe,

De drie leden van het theatergezelschap Het Volk (Bert Bunschoten, Joep en Wigbolt Kruijver) spelen hun militairen volgens de methode-behangkwast. Hun personages zijn snoeverds van stavast.

Trouw,